Zonnepanelen blijven maar beter worden (?)

Panelen kregen de afgelopen jaren steeds meer vermogen per vierkante meter.

Eind 2012 legde ik op mijn vorige woning panelen met 250 wattpiek vermogen van 0.99 x 1,69 meter. Volgende week komen op mijn nieuwe woning panelen van 320 wattpiek met dezelfde afmetingen. Een stijging van 28% in 8 jaar, dus 4% per jaar.

En de ontwikkelingen gaan door:

  • De grootschalige vervanging van polykristallijn naar monokristallijn is ingezet. Dit heeft geleid tot efficiëntere cellen (perc-zonnecellen).
  • Cellen kunnen tegenwoordig door de helft gesneden of overlappend (shingled) worden toegepast.
  • Dubbelzijdige zonnecellen doen hun intrede; licht weerkaatst onder de cellen en wordt dan aan de onderkant alsnog opgenomen

We zitten nu, qua in energie omgezet zonlicht, op een efficiency van 22%. Onderzoek geeft aan dat 30% of meer haalbaar is.

Panelen worden echter ook groter en zwaarder.

Dat is fijn bij zonneparken, waar men de ruimte zo efficiënt mogelijk wil benutten. Zo heeft Jasolar nu al panelen van 400 wattpiek. Dat is dus 25% meer dan de panelen op mijn nieuwe woning. Echter, met maatvoering 200 x 100 cm is het paneel ook 18% groter, en met 25 kilo is het paneel ook 6 kilo zwaarder.

De verwachting is dat ontwikkelingen door blijven gaan, zie onderstaande figuur uit verwachtingen van leverancier JA Solar.

Daarmee is meer vermogen, niet altijd beter: 

  • De vraag is of het op het dak past.
  • Het moet ook nog wel hanteerbaar blijven voor installateurs.
  • Het vervangen van defecte panelen wordt lastiger, als er een nieuwe marktstandaard komt.

En nu?

In grondgebonden parken verwacht ik meer ruimte voor grotere panelen, dan bij woningen. Voor corporaties is het even opletten: groter (zwaarder) is niet altijd beter.

Dat geldt overigens niet voor adviseurs, daarvoor is de 2.07 meter van ondergetekende een prima maat :-).

Voor corporaties is van belang de prijsstelling naar huurders te relateren aan de verwachte opbrengst, en niet aan het aantal panelen. Zo kan de prijs meebewegen als het vermogen toeneemt, en voelen huurders zich niet benadeeld ten opzichte van mensen die later een aanbieding (met meer vermogen) kregen.