Stoorsignaal hulpdiensten door zonnepanelen?

Op 3 juni berichtten diverse landelijke media “zonnepanelen gevaar voor communicatie hulpdiensten”. Hoe zit het nu precies, en wat moet u hier als corporatie of belegger wel of niet mee?

Wat is het probleem

Zonnepanelen kunnen ruis, oftewel storing geven in de ether. Dat heeft mogelijk effect op het functioneren van communicatiesystemen, zoals het C2000-netwerk van politie, ambulance en brandweer. In mei 2021 zegt het agentschap Telecom in haar jaarverslag 2020, zie pagina 29 hierover dat “sommige zonnepaneelinstallaties ernstige storingen op het C2000-netwerk” geven.  “Deze zonnepaneelinstallaties liggen hoog en zenden de hele dag stoorsignalen uit. Als er niets gedaan wordt, wordt het probleem steeds groter”.

In de praktijk worden drie zaken genoemd:

In de corporatie-praktijk: zendamateurs

Problemen met het C2000-netwerk heb ik op corporatiedaken nog nergens gehoord. Logisch denk ik, want corporatiedaken liggen vaak niet zo hoog en hebben ook niet zoveel panelen zoals het hierboven genoemde World Forum. En, nogmaals, het gaat over mogelijke ruis bij ondeskundige installatie (zie onder), die mogelijk meer wordt bij meer panelen. Het Agentschap wil het probleem voorkomen.

De afgelopen jaren heb ik bij 40 corporaties en naar schatting 60.000 systemen wél een handvol klachten gezien van zogenaamde zendamateurs (personen die zich als hobbyist bezighouden met radio- en televisiesignalen). Deze mensen zijn er vaak als de kippen bij als er zonnepanelen geïnstalleerd worden in de wijk. Ze kunnen precies vertellen volgens welke uitspraak van het Europese Hof zij recht hebben om ongehinderd inlichtingen of denkbeelden te ontvangen en te verstrekken, en ook dat (zij vinden dat) de installateur maatregelen moet nemen om hinder te voorkomen.

Wat kan je er aan doen?

Wat zijn de maatregelen om dit te voorkomen dan? Dat beschreef het agentschap telecom al in mei 2019 in het zonne-energievakblad Solar Magazine, en het staat ook op hun eigen website.

  • Goede pv-apparatuur gebruiken met ce-markering, de instructies van de fabrikant volgen, de normen NEN-1010 volgen, goed op de aarding letten. Dit zijn natuurlijk zaken die corporaties in hun werkomschrijvingen hebben staan, en waar als het goed is toezicht op wordt gehouden in de uitvoering.
  • De plus- en minkabels zo dicht mogelijk naast elkaar leggen. Hier gaat de schoen wringen, want i.v.m. het voorkomen van vlambogen is het juist gewenst om plus- en minkabels duurzaam te scheiden. Zeker op het dak, zeker met het oog op de toekomst (invloed van weer en wind, verlies van isolatie, kabels die bloot komen te liggen…).
  • Het voorkomen van lussen.
  • Bij hinder: ferrietkralen aanbrengen, filters plaatsen, ik hoorde wel eens het twisten van kabels. Dit is wel kostbaar, dus het is wel fijn om voordat je aan de uitrol in een wijk begint even te kijken waar de zendamateurs zitten. Gelukkig zijn ze vaak niet te missen, zie onderstaande foto.

En dus: extra aandacht bij grote gebouwen met veel panelen.

We wachten met spanning af wie partij X is die verkeerde spullen levert, en of het Agentschap Telecom het voor elkaar krijgt dat die partij diens spullen door heel Europa gaat aanpassen (panelen? omvormers? …?). Dit blog krijgt een update zodra mij dat ter ore komt.

Brancheverenigingen Holland Solar (zonnepanelen) en Techniek Nederland (installateurs) stellen in een reactie overigens dat de mogelijke problematiek bekend is, maar “Onze leden kennen de normen en eisen die aan zonnestroominstallaties worden gesteld en plaatsen systemen volgens de installatievoorschriften.”. Was het maar zo’n feest…