Zonnepanelen op flats; nieuwe plannen uit Den Haag

Investeringen op flats gaan moeizaam. De collectieve meter heeft vaak minder verbruik dan aan zon op het dak past, en aansluitingen op appartementen brengen allerlei uitdagingen met zich mee (kabeltracé’s en deelname van bewoners).

In april 2019 verschenen twee beleidsbrieven die nieuw licht werpen op de mogelijkheden. Het zuur: salderen op de collectieve meter wordt, zoals verwacht, minder aantrekkelijk. Het zoet: op termijn komt er wellicht een nieuwe investeringsmogelijkheid, met minder bekabeling en overleg.

Twee beleidsbrieven van ministers

Brief van minister Wiebes: de saldering wordt afgebouwd van 2023-2031. Minister Wiebes stelt “Vanaf 1 januari 2023 wordt de salderingsregeling stapsgewijs afgebouwd, waarbij de hoogte van het fiscale voordeel geleidelijk afneemt tot nul in 2031.” De brief is hier te vinden.

Brief van minister Ollongren: “De regels in de Woningwet voor verduurzaming worden zodanig aangepast dat corporaties aan het eigen bezit dezelfde investeringen kunnen doen als andere vastgoedeigenaren. Het voornemen is om woningcorporaties dezelfde mogelijkheden te geven als andere vastgoedeigenaren bij het treffen van verduurzamingsmaatregelen aan eigen gebouwen en de daarbij behorende grond. Dit kan bijvoorbeeld door het laten vervallen van de voorwaarden van rechtstreekse verbinding met de bewoning voor het treffen van verduurzamingsmaatregelen. Daarmee wordt het mogelijk dat corporaties het gehele dak kunnen benutten voor de aanleg van zonnepanelen zonder dat deze een aansluiting hebben met de woongelegenheden of de gemeenschappelijke ruimten. De opgewekte stroom kan dan rechtstreeks aan het elektriciteitsnet worden geleverd. De wettelijke vormgeving wordt nader uitgewerkt.” Gezegd wordt dat de minister dit medio 2020 aan de kamer wil voorleggen. De brief is hier te vinden (pagina 10).

Wat kost de aanpassing van de saldering?

Dit is afhankelijk van wanneer corporaties investeren (hoe sneller des te langer nog geprofiteerd wordt van de saldering), hoeveel stroom er wordt teruggeleverd op een meter (meer teruglevering betekent minder opbrengst als de saldering wegvalt) en hoe de minister het precies aanpakt (hieronder enkele aannames). Ik raam het netto contante verlies voor investeringen die nu gedaan worden op ongeveer 30%.

Nieuw perspectief om makkelijker hele daken vol te leggen?

Mede n.a.v. lobby door Aedes en corporaties, wil minister Ollongren meer mogelijkheden bieden om hele daken vol te leggen. De uitwerking is nog bijzonder vaag. De ambitie (het hele dak volleggen zonder een verbinding met de woongelegenheden of collectieve meter) klinkt aantrekkelijk.

Wat is wijsheid?

  1. Onderzoek bij aansluitingen op de collectieve meter het percentage van de stroom dat naar verwachting teruggeleverd wordt, en daarmee het rendementseffect.
  2. Plan niet heel ver vooruit in de precieze uitwerking van plannen op flats, in afwachting van betere opties.
  3. Houd rekening bij het plaatsen van valbeveiliging met toekomstige mogelijkheden. Één lijn door het midden is vaak de goedkoopste oplossing op een flat, echter dit maakt het potentieel voor zonne-energie een stuk kleiner. Vanuit het perspectief van zonne-energie gaat de voorkeur uit naar een lijn rondom, of een neerklapbaar hekwerk. Het zou toch zonde zijn als de minister straks komt met een mooie regeling, maar ondertussen hebben corporaties de technische mogelijkheden daarvan op hun daken onmogelijk gemaakt.
  4. Het is van groot belang dat Aedes en corporaties de minister bijstaan in het ontwerpen van een regeling waar de sector echt iets aan heeft. Ondergetekende heeft in deze natuurlijk zijn bijdrage aangeboden.

Aanames doorrekenen saldering:

  • Ik neem aan dat met “fiscale voordeel” wordt bedoeld alle belasting op stroom (dus energiebelasting, opslag duurzame energie en btw over die beiden). Dat betekent dat (gerekend zonder indexering) de teruggeleverde stroom die nu in de eerste schijf (tot 10.000 kWh per jaar) 18 cent waard is en in de tweede schijf 16 cent waard is, dat waard blijft tot en met 2022, dan afloopt, en vanaf 2031 nog 6 cent waard is in beide schijven.
  • Ik neem aan dat de energiebedrijven wel de verkoopprijs betalen voor teruggeleverde stroom. Anders zou die 6 cent wellicht 4 cent worden. Dus een verlies van 65% van de waarde.
  • De aanname o.b.v. steekproeven in mijn projecten is dat collectieve meters ongeveer 30% van de opgewekte stroom zelf gebruiken, en 70% terugleveren aan het net. Dus vanaf 2031 is 30% van de stroom nog 100% waard, en op 70% verlies je 65%, dus per saldo hou je  55% over.
  • Als je dat verlies netto contant maakt, kom ik op een verlies door de saldering van 32% over een looptijd van 25 jaar.
  • Echter, hoe langer je wacht met investeringen in de collectieve meter, des te slechter de businesscase wordt.